Interculturaliteit

Print Friendly, PDF & Email

Culturele en/of religieuze verschillen

Inleiding

De seksuele ontwikkeling begint vanaf de geboorte, ongeacht religie of culturele achtergrond. De signalen van seksualiteit zijn overal gelijk. De manier waarop ermee, binnen een bepaalde cultuur of religie, wordt omgegaan kan verschillen.

Praten met ouders over de seksualiteit van hun kind gaat in de regel niet vanzelf. Je moet een drempel over. Wanneer het iemand van een andere cultuur betreft is het nog moeilijker. Soms wordt het onderwerp vermeden: liever niet over seksualiteit praten dan de verkeerde dingen zeggen of een ongemakkelijk gevoel krijgen. Maar dit doet geen recht aan de persoon met EMB en ook niet aan openheid in de relatie met de ouders.

De terughoudendheid om over seksualiteit te praten kan het resultaat zijn van vooroordelen, zoals ‘Seksualiteit is vast taboe binnen de Islam’. Maar in feite weten we vaak niet hoe er binnen een andere cultuur over seksualiteit gesproken kan worden. Met meer kennis en minder schroom blijkt het heel goed mogelijk om seksualiteit juist wel bespreekbaar te maken.

Seksualiteit en culturele of religieuze achtergrond

Seksualiteit bestaat in alle culturen en religies. Seksualiteit en seksueel gedrag zijn onderwerpen die antropologen wereldwijd al jarenlang bezig houden. Volgens Bartelink (2013) hebben alle culturen seksuele normen en waarden, die kwetsbare relaties tussen mensen moeten reguleren. In veel culturen zijn de seksuele normen en waarden gebaseerd op religie.

Het blijkt dat het omgaan met seksualiteit en seksueel gedrag van cultuur tot cultuur verschilt. Maar wanneer je veel informatie over één cultuur hebt, weet je nog niet hoe dit individu binnen deze cultuur over seksualiteit denkt. Binnen één cultuur kan een variatie in attitudes ten opzichte van seksualiteit gevonden worden. Hierin kan de sociaal economische status een rol spelen of de regio (platteland of stad).

Antropologen vonden daarnaast dat er een verschil bestond tussen wat mensen verkondigen en de praktijk. Bijvoorbeeld: gedrag dat men zegt af te keuren, vindt in de praktijk vaker plaats dan men zou verwachten.

Een begeleider van Turkse afkomst vertelt dat masturbatie heel gebruikelijk is binnen zijn cultuur. Het gaat er vooral om dat je er niet over praat. Als je een gesprek aanknoopt over dit onderwerp, zullen mensen je raar vinden.

Het is dus van belang dat je per persoon telkens opnieuw bekijkt hoe deze persoon en zijn directe omgeving met seksualiteit om gaat. Een hulpmiddel hierbij is de BOSPAD-methode van Hilde Zevenbergen. Deze methode streeft culturele bewustwording of gevoeligheid na: er zijn geen pasklare antwoorden op interculturele vraagstukken. Daarnaast speelt binnen deze methode de achtergrond (cultuur of religie) van de hulpverlener een even grote rol als de achtergrond van de hulpvrager.

In de methode worden zes stappen beschreven:

  1. De eerste stap is de Basishouding. Kan je open staan, respect hebben, oprecht zijn? Ben je alert op de mogelijkheid bij jezelf van etnocentrisme? Etnocentrisme is je eigen cultuur centraal stellen en er (onbewust) van uitgaan dat een ander vanuit hetzelfde referentiekader praat dan jij.
  2. De tweede stap gaat over de Overeenkomsten. Wat zijn de overeenkomsten tussen de ander en jou? Hierbij stel je je de vraag: hebben we het over hetzelfde?
  3. De derde stap is Signaleren. Ben je alert op signalen van cultuurverschillen? Deze herken je bijvoorbeeld als je je verbaast, of als je je ergert, als je kwaad wordt of iets belachelijk vindt. Zodra je een dergelijk gevoel hebt, moet er een lampje gaan branden.
  4. De vierde stap is stilstaan bij jouw Persoonlijke waarden en normen. Hoe spelen deze een rol in de situatie? Je hebt veel meer waarden en normen dan je soms denkt.
  5. De vijfde stap: wat zijn de normen en waarden van de Ander?
  6. De zesde stap: wat ga je in deze situatie Doen?

Meer weten over de BOSPAD-methode?

  • Zevenbergen, H. (2003). Veel culturen, één zorg. Nelissen: Barneveld. Het RINO biedt een incompany scholing aan onder dezelfde naam.

Seksualiteit bespreken met ouders met andere allochtone of religieuze achtergrond 

Ter voorbereiding van het gesprek

  • Bereid je voor aan de hand van de BOSPAD-methode. Wees je bewust van je eigen opvattingen, waarden en normen rondom seksualiteit.
  • Bedenk met wie je het gedrag wil bespreken. Met de gedragsdeskundige, met je teamleden, met de moeder, vader of juist een broer of zus?
  • Bedenk wat je wil bespreken (wat het doel van het gesprek is). Wil je bijvoorbeeld weten of ouders bepaald gedrag herkennen of wat hun ideeën zijn rondom bepaald gedrag (informerend)? Of wil je samen met hen afspraken maken over hoe om te gaan met bepaald gedrag?
  • Welke woorden wil je gebruiken? Kan je daarbij rekening houden met de cultuur? Ken je iemand die je daarin kan adviseren? Heb je van tevoren bedacht wat de reactie kan zijn? 

Het gesprek

  • Tijdens het gesprek is een open houding heel belangrijk. Het is belangrijk dat men zich uitgenodigd voelt om ervaringen, vragen en ideeën uit te wisselen.
  • Het is belangrijk dat je je niet normatief opstelt. Heb respect voor verschillen in opvatting
  • Als een opvatting afwijkt van je eigen opvatting, keur deze niet af.
  • Wees nieuwsgierig en stel vragen.

Tijdens een cliëntbespreking van een jonge vrouw met Marokkaanse achtergrond, wordt besproken dat ze regelmatig in haar kruis wrijft. Dit gedrag wordt al een paar jaar gezien. De moeder van deze vrouw wil dat het gedrag gestopt wordt. De begeleiders van deze vrouw volgen de wens van de moeder, maar ze zijn het niet helemaal met haar eens. Ze hebben het idee dat de vrouw soms gewoon even moet kunnen voelen, omdat ze het prettig vindt. Daarom wordt het onderwerp opnieuw besproken.

De moeder herkent het gedrag, ze wil dat het stopt, maar ze legt niet een relatie met seksualiteit. Ze ziet het als een teken dat haar dochter zich moet ontlasten. Ze gaat niet in op de mogelijkheid dat haar dochter de beweging prettig vindt. Er wordt afgesproken dat de jonge vrouw mag wrijven als het gedrag niet te doorbreken is. We observeren of ze zich erna ontlast.

Tip:

  • Rutgers WPF biedt een incompany-scholing aan gericht op bespreekbaar maken van seksualiteit in allochtone groepen.